20-40 jaar later…

Dozen vol boeken en rapporten stonden er, tot wel 40 jaar oud. Het was te warm om buiten iets te doen, dus eindelijk maar eens de zolder opgeruimd.

Een voor een erdoorheen, en ja dan ga je weer lezen. Dus snel gaat het niet. Bovendien, weggooien is zonde…, dus bij ieder boek en rapport nadenken: Houden ja dan wel nee, en zo niet wie kan ik er een plezier mee doen (..) , of welk antiquariaat, of bibliotheek zou het willen hebben…. Een stressvol keuze proces.

Maar als bijvangst stuitte ik op heel wat rapporten die in de vorige eeuw al duurzaamheid verkenden, of voorspellingen deden. En voor het collectief geheugen, zet ik er maar eens een paar op een rij.

Een van de meest bijzonder was van het Hout voorlichtingsinstituut: ‘energie bewuste materiaal keuze’, van Juni 1980…! En mijn verbazing werd nog groter bij het doorbladeren: een volledige analyse van de embodied energy van materialen en producten….. Al heette dat toen nog niet zo: Het begrip dat geïntroduceerd werd was “ energievereiste” : De hoeveelheid energie die uiteindelijk voor een bepaald product nodig is, is de energievereiste van dat product, van productie en transport processen.

Prachtig. Eerst worden de waarden uitgerekend per m3 of ton materiaal, en die waarden voor staal, aluminium, baksteen en hout komen aardig overeen met wat we tegenwoordig nog steeds aanhouden. Er is in 39 jaar weinig verandert. En ik heb er destijds driftig aantekeningen en berekeningen in zitten maken, ik wist niet dat ik toen al zo met deze materie bezig was…

Diverse producten worden er vergeleken, zoals een houten en een stalen trap: De stalen verdiepingshoge trap vergt 6,8 GJ , een houten trap 1,4 GJ. Afijn , ook bij andere product vergelijkingen, zoals houten vloeren, of wanden, komt , niet verwonderlijk, hout er als meest effectieve uit de bus. En nu nog moeten we steeds weer hard maken dat biobased materialen toch echt de betere optie zijn, ongelofelijk. Meten is ontkennen, zou je haast gaan denken.

Maar dat was maar een van de vele rapporten. Deze herinnerde ik me nog wel: ‘Toekomstige verwarming van woningen en gebouwen’, nr 33 van de stichting toekomstbeeld der techniek. Het was een rapport dat veel bekendheid kreeg. (1982).

Voor 10.000 gulden zou het het energiegebruik voor verwarming kunnen worden terug gebracht van ca 2000 m3 gas (destijds de ’top’) naar 400 m3 per woning per jaar….! Uiteraard met Warmtepompen…, in een combi met een wkk en een parallel geschakelde windturbine op wijkniveau.

Tsjonge jonge.

Tussen de rapporten door tref ik een boekje aan over de stad van het jaar 2000: La cite de l’an 2000, van Michel Ragon. Uit 1968…. In het begin natuurlijk de historie, le Corbusier en zo, maar dan langzaam naar de futuristische schetsen van bekende architecten: vooral steden die als 1 mega gebouw worden uitgevoerd. Wat opvalt is dat dat beeld dus (20 jaar na 2000) totaal niet klopt. Op een enkel gebouw na, dat qua exotische stijl een beetje in de buurt komt ( als gebouw, niet als stad) is onze stedenbouw blijven steken in zelfstandige vooral rechthoekige torens bouwen, met wat aardige verfraaiingen als er wat meer geld is. Zelfs in China.. Weinig verheffend als ik het mag zeggen. Architecten zijn slechte toekomst voorspellers, vooral dromers.img_20190727_131802691_hdr

In een paper uit 1984 , tref ik een geweldige cartoon aan, later nooit meer gezien: die linkt de 5e ondergang van soorten ( de dinosauriërs), aan de potentieel huidige 6e ondergangs golf.

(Reducing the problem of Global warming: David Rose et all, in Technology review – let trouwens op de titel: reducing the problem, niet reducing global warming…)

 

Als ik in de voorraad boeken en rapporten het jaar 2000 nader, valt het me op dat ik veel toekomst analyses aantref. Iedereen kijkt 20 of 40 jaar voorruit. Zelfs De minister, van toen nog VROM, Margreet de Boer, die in 1997  4 toekomstscenario’s presenteert, Nederland als parklandschap, als stromenland, als stedenland of als Palet. En iedereen oproept te stemmen via een bijgesloten briefkaart. Die er dus nog in zit, heb dus niet gereageerd. Waarschijnlijk vanwege een van de geadresseerde onderwerpen, betreffende Milieu en economie: “ Het blijft een forse opgave om economische groei ook in de toekomst gepaard te laten gaan met vermindering van de druk op het milieu”. Ik zou het andersom geformuleerd hebben : het blijft een lastige opgave om vermindering van de milieudruk gepaard te laten gaan met economische groei. Maar ja, daar zijn ze zelfs nu, 20 jaar later, nog niet achter.

En ja hoor, tussen alle papieren verborgen zat het rapport waar ik een jaar geleden naarstig naar op zoek was: “Energie effecten van ander water systemen” uit 1998, van IVAM in opdracht van Novem. Dat rapport liet duidelijk zien dat regenwater systemen, met pompen en ondergrondse opslagtanks geen milieu winst opleverde, zelfs slechter scoorde als gewoon drinkwater gebruiken. De enige effectieve optie is regenwater op zwaartekracht. ( voor de insiders: pag x en referentie {x] in mijn boek gebroken kringlopen. )

Bij het 20 jarig bestaan van datzelfde Novem ( en voorgangers) in 1996 , brengt zij een brochure uit, met daarin een vooruitblik voor de komende 20 jaar van destijds stakeholders in het Nederlandse energie landschap. Dat moet ik natuurlijk even terug lezen, we zijn immers nu 20 jaar verder….

Een lid van de Algemene Energie Raad ( en voormalig directielid Shell) zegt daarin: ” Ik heb mijn twijfels bij de schadelijkheid van CO2…. “ Het blijft tenenkrommend, helemaal nu we weten dat al 20 jaar eerder Shell zelf daar onderzoek naar deed… Als mensen in de AER al zo dachten, snap je dat het niet opschoot ( en schiet) .

Hij verwacht wel dat windenergie, waterkracht en zonne energie rond 2020 een belangrijke rol zullen spelen. Maar, zo stelt hij “ de markt moet zijn werk doen. Mensen zijn niet bang te maken met een energietekort over 50 jaar. Ze moeten de voordelen van een andere handelswijze aan den lijve ondervinden, om hun gedrag te veranderen. Overheidsingrijpen heeft alleen zin voor onderzoek, het kan de werking van de markt niet vervangen… “

Wellicht heeft hij hier een punt, en de conclusie lijkt dan ook: zolang we de markt niet veranderen, verandert er niets. En dat is precies wat er aan de hand is….

Vervolgens komt Lievense aan het woord, inderdaad van het plan Lievense, een groot waterbekken in eerst Ijsselmeer en later Noordzee. Dat was al twee keer op de agenda gekomen, en twee keer afgeserveerd. Hij verwacht dat het over 20 jaar wel alsnog nodig zou zijn…. We zijn nu 20 jaar verder, en ik hoor er niks meer over. We experimenteren liever met batterijen en waterstof, dan met een simpel en effectief plan als een waterbekken.

Leijendeckers, dan installatieprof aan de TUE, ziet vooral toekomst in wkk’s , en dan op wijknivau . En fossiele brandstoffen? Die gebruiken we gewoon tot ze op zijn, er komt vanzelf een nieuwe ijstijd”, zo vatte hij het ongeveer samen. Maar hij is van zichzelf zuinig genoeg om toch naar efficiënte oplossingen te zoeken. Hij ziet vooral in gevels een toekomst: gevels die warmte opslaan en naar behoefte afgeven, of zelfs ook verkleurende gevels, afhankelijk van de warmtebehoefte. Het is nog niet zover, maar er wordt wel aan gewerkt, oa met nano materialen en pcm’s.

Hij vergelijkt architectuur trouwens met de paardentram: de eerste auto’s waren paardenkoetsen waar geen paard voor stond. Voor de woningbouw verwacht hij een soortgelijke ontwikkeling, waarbij gehele nieuwe architectuur ontstaat.

Dat denk ik dus ook, alleen, het duurt wel lang, met al die eigenwijze architecten….

Prof Andriesse ziet nog wel tijd om duurzame energie bronnen te ontwikkelen: “de fossiele voorraden geven ons die tijd”. Hij ziet ook al dat kernenergie niet geheel valt uit te sluiten. Het is wel tijd dat de overheid echt gaat investeren, er is echt een diepte investering nodig. Wellicht zelfs in ‘Megapower’ , de 7 km hoge toren in de Noordzee die in de jaren negentig werd gepresenteerd (energieopwekking uit temperatuurverschil over de hoogte): Het kan volgens hem!

DaeyOuwens, een van de eersten die hernieuwbare energie aan de TUE doceerden, ziet duidelijk een toekomst voor zonnecellen en waterkracht en lokaal wind en geothermie. Maar de politiek is te vrijblijvend: “ De markt moet het maar doen. Maar de markt doet niets!” Die hadden we al eerder gehoord, uit gehele ander hoek ( zie boven).

Minpuntje: hij was op dat moment projectleider voor de eerste biomassa centrale in Nederland. Als het slaagt komen er beslist meer….!” Hij lijkt gelijk te krijgen, helaas is inmiddels duidelijk dat dat de oplossing niet is….

van Soest, destijds directeur CvE, is duidelijk al iets verder: “Een beleid dat goed is voor economische groei, en voor de bedrijfs-portemonnee, en waarbij je ook nog een milieu krijgt dat pico bello is, dat kan gewoon niet. Hoe beter milieu je wilt, hoe minder je overhoudt voor andere dingen. Aan die keuze is de maatschappij nog niet toe”.

En dat is ze nog steeds niet, sinds toen is de regering alsmaar liberaler geworden…

Opvallend: zowel van Soest en een paar bladzijden later Opschoor zeggen dat er ‘rampjes en rampen’ nodig zijn om ons op de goede weg te helpen.

Vellinga: “Nederland begint al achterop te lopen”, constateerde hij toen al. Hij is trouwens pessimistischer over het verlies van biodiversiteit dan over het klimaat: “want aan het beschermen van planten en dieren verdien je niets..”. Het zal volgens hem niet lang duren voor dat duurzame bronnen goedkoper zullen zijn dan fossiel. En daar lijkt hij na 20 jaar gelijk in te krijgen. Voor CO2 opslag ziet hij ook een grote rol, maar “ het ministerie van EZ wil nog niet nadenken over CO2 opslag…”

Stevels van Philips is druk bezig met milieugerichte produktontwikkeling. Lca’s doen hun intrede. Voor de toekomst verwacht hij dat alles recyclebaar zal zijn, maar om dat te bereiken moet op alle producten een end of life toeslag komen. Dat is deels inderdaad gerealiseerd.

Van Gijzel, 2e kamer lid, denkt dat het mobiliteitsprobleem over 20 jaar is opgelost. “Denk aan boordcomputers die zorgen dat iedereen op 20 cm van elkaar kan rijden: file vrij en veiliger rijden, en we kunnen met minder wegen volstaan. Bovendien rijden auto’s gemakkelijk 1 op 33 of zelfs 1 op 40”. Minder wegen, minder files, 1 op 40? We hebben 20 jaar gesjoemeld…

Op het spoor verwacht hij een grotere rol van de Tgv, veel beter als vliegen: Dat verwachten en hopen we nog steeds.

Prof Taeke de Jong, TUD, stelt dat er maar 2 vindingen nodig zijn: een zeer kosten efficiënte zonne cel ( die zit eraan te komen) en de kleinschalige warmtepomp. Daarom is biomassa dus volgens hem ook geen toekomst, ‘klinkklare onzin’: Biomassa heeft een rendement van ca 1 pct, PV zit daar al ver boven”.

Tot slot bevat het rapport een pleidooi , van Lucien Kroll, om niet de specialisten te laten bepalen, maar lokaal met mensen om de tafel te gaan. Dan komen er echte en gedragen oplossingen naar voren. Het lijkt een beetje op wind coöperaties, die veel succesvoller zijn, dan door projectontwikkelaars geplande windparken. “De stedenbouwkundige is er niet om moeilijkheden uit de weg te ruimen, maar om creativiteit te genereren

Toch een mooie oogst, op een hete namiddag, te warm om buiten iets te doen. Het zet alles weer in perspectief. En laat zien dat we erg goed zijn in plannen, maar in uitvoering….

De voornaamste conclusie kan zijn: De markt moet het doen, maar doet het niet, en het is wachten op “ rampjes en rampen” .

ik heb trouwen het meeste klaar gezet om weg te geven of bij het oud papier. Er blijkt namelijk dat het of niet klopt, of dat het niet uitkomt, of dat er niets mee gedaan wordt. Papier is geduldig, en dan kan je het maar beter hergebruiken….

 

*al heb ik die van het houtinstituut wel bewaard…

ronald rovers