Afgelopen week weer een paar aha momenten gehad, en gedwongen weer eens alles te heroverwegen. Oa een interessante discussie met Jan Willen van de Groep, naar aanleiding van mijn oproep tot een snelle hybride aanpak. Het grote verschil is steeds dat ik vooral kijk naar totale overall CO2 reductie, en niet met de focus om 1 woning te verbeteren. Niets mis mee, moet ook gebeuren, maar uiteindelijk gaat het er om in hoeveel tijd hoeveel CO2 gereduceerd wordt, totaal, niet per woning.
In dat kader had ik ook een interessante discussie ( ik blijk daar wel van te houden) met enkele EU DG milieu vertegenwoordigers, tijdens een conferentie in Brussel. Ik pleitte namelijk voor een focus op embodied energy, en maatregelen van de EU om biobased te promoten, of in ieder geval de opmars van metalen en met name aluminium in de bouw tegen te gaan ( zoals in gevels): dat is namelijk een rechtstreekse aanslag op de klimaat doelen. Maar dat blijkt niet te kunnen: met oa de aluminium industrie worden op Europese industrie schaal afspraken gemaakt, en ook via ETS gestuurd, ( emission trading scheme), en je kan ze niet 2 x op CO2 aanpakken, zo stelde de EU man. Dat was even schrikken. Dus terwijl ze in Brussel onderhandelen over CO2, kunnen ze in de bouw hun gang gaan. Dat gaat nooit goed natuurlijk, dat werkt averechts, nog afgezien van het feit dat ETS tot nu niet werkt. Maar de bouw blijft zo buiten schot. Dat wil zeggen, mbt CO2. Wat landen natuurlijk wel kunnen is niet de industrie, maar de bouwsector zelf gaan aanpakken ( die valt niet onder Brussels mandaat) en de embodied energy gaan reguleren: met een EEPC bijvoorbeeld, een Embodied energy performance prestatie. Ik schreef daar al eerder over.
Op dezelfde conferentie zag ik een zeer interessante lezing van Michel Galatola, bij DG milieu verantwoordelijk voor de environmental footprinting van produkten. Hij begon zijn lezing met de stelling: 95 % van alle claims die (bouw) produkten maken is fout. Niet altijd bewust, ook door slechte afspraken over rekenmethoden , systeemgrenzen en wat dies meer zij, maar toch.
Dat was de aanleiding enkele jaren geleden om dat systeem geheel opnieuw op poten te zetten, de Product environmental footprints, en ‘category rules’. (PEF en PEFCR, zie http://ec.europa.eu/environment/eussd/smgp/ef_pilots.htm ) . Er zijn de afgelopen jaren voor diverse product sectoren pilots gedaan, afspraken onderhandeld, systeemgrenzen vastgesteld etc .
Overigens, er zaten vooral industrie vertegenwoordigers aan tafel, het ging dan ook met name om binnen een produktcategorie de zaken vergelijkbaar te maken, het daar over eens te worden hoe dat moest. Met parallel afspraken over de methodische aanpak . In December moet dat proces worden afgerond , dat wil zeggen, er komt voor een aantal categorieën een standaard. Maar het meest interessante is nog dat alle data vrij beschikbaar komen, alle inputs mbt de footprint .
Galatola meldde wel dat ze in overleg zijn met CEN tc350: over hoe de LCA categorieën toe te passen. Voor insiders: de tc 350 15804 standaard (Sustainability of Construction Works) is nooit overgenomen door de EU, maar het is wel van belang dat die twee een beetje sporen. Een van de onderwerpen is of categorie D meegenomen wordt: ‘recycling after life’: Voor mij wel een hot issue, aangezien ik vind dat ‘recycling after life’, bijvoorbeeld bij het slopen van een gebouw, hoort bij de impact van een nieuwe gebouw (cyclus) Het is in principe de voorraad, toevallig op een random plaats, voor de nieuwbouw, net zoals een erstmijn of mergelgroeve. Alleen anders georganiseerd. Bovendien , het oorspronkelijke gebouw heeft al de impact van een materiaalwinning cyclus geïncorporeerd, waarom zou dat een tweede keer moeten, als het voor ene volgend project gebruikt wordt? (zie blog) Even afwachten wat dat wordt.
Dat alles in de periferie van de sessie waar ik voor kwam, namelijk hoe bamboe op de Europese kaart gezet kan worden. Bamboe innovaties en toepassingen gaan hard, ook geïllustreerd door een nieuw boek van Pablo van der Lugt: Booming Bamboe. Het materiaal heeft alles in zich om een grote rol te krijgen in een wereld die van CO2 emissies af moet, en zoekt naar alternatieven. ’n Conclusie van het debat was oa dat bamboe zich niet als alternatief voor hout moet profileren, want dat is ook hard nodig op weg naar een biobased (economy) , maar juist als alternatief voor metalen toepassingen. Bamboe ( gemodificeerd of ‘engineered’) kan namelijk in treksterkte staal benaderen. Dus dat biedt volop mogelijkheden. Probleem is dat er voor constructieve toepassingen eerste een heel classificatie systeem nodig is vergelijkbaar met hout (het is nl. geen hout maar officieel een gras, dus de hout standaarden kopiëren mag niet) . Er wordt wel aan gewerkt, zoals door PhD research van Jos Houben aan de RWTH-Aken, ( dat onderzoek kan nog wat funding gebruiken…) maar ook door een voorstel voor een nieuwe ISO commissie , die zich hier specifiek mee gaat bezig houden. De Task Force Construction van INBAR is hier druk mee. ( de internationale bamboe en Rattan federatie)
Een steeds terugkerende discussie mbt bamboe is ook hoe om te gaan met ‘invasive bamboe, ofwel het ongebreideld woekeren van de bamboe. Ik realiseerde me dat dat in feite natuurlijk niet zo’n probleem, is, is niet de mens ook een woekerende soort? Maar dat hielp de discussie niet echt , had ik de indruk 🙂
Zoals al eerder gemeld, laat een studie van iiSBE academic leden , naar de CO2 consequenties voor de gebouwde omgeving zien, dat de toekomst biobased dient te zijn, zowel wat betreft het leven in westerse landen als voor het huisvesten van 2 miljard nieuw aardbewoners komende 30 jaar. En bamboe speelt daarin een essentiële rol. En er zijn al veel interessante projecten gestart, zoals oa standaard woningmodellen als Bahareque housing project, dat prima basis woningen levert, zie oa hier : https://www.instagram.com/basebuilds/
Maar verbazingwekkend was de Chinese presentatie, waaruit bleek dat ze in China al trein compartimenten uit bamboe aan het testen zijn voor de hogesnelheidslijn… Het gaat om de zgn wiring methode, waarbij bamboe strips in de gewenste vorm gewonden worden en dan als composiet afgewerkt. Belangrijk punt van aandacht is dat dit nog steeds vooral met fenol-formaldehyde gebeurd. En dat is ongewenst,maar er is nog geen biobased alternatief met die hoge sterkte. En voor bamboe is gewone lignine geen optie, dat is veel te zwak en zou de bamboe voordelen verminderen. Volgens Jan van Dam , van Wageningen Universiteit en autoriteit op dit gebied, is in principe wel een biobased alternatief te maken, maar is dat te duur. Dat wil zeggen, niet te duur, maar duurder.,,, Dus zolang fenol formaldehyde mag…., zal de industrie dat niet toepassen.
Overigens, diezelfde firma heft ook een pilot om in een procesgang complete woningdelen als prefab te maken ( kamers), die aan alle eisen van aardbevingen en orkanen voldoen. Het mag duidelijk zijn, het is volop in beweging.
Alleen: in Europa blijft het nog achter lopen: niet geheel onbegrijpelijk, het groeit hier niet van oudsher, maar dat doen vele andere materialen ook niet. De discussie maakte wel duidelijk dat het profiel van bamboe in termen van klimaat verandering beter moet worden benut: Want is feite heeft het dubbel effect: enerzijds vermindert het CO2 emissies, doordat het materialen met een veel hogere impact vervangt, anderzijds geldt het als sink, als opslag voor uit atmosfeer teruggehaalde CO2, in principe voor heel lang. Double climate reduction impact. Bovendien is het ook nog eens geschikt voor adaptatie maatregelen verbeteren van uitgeputte grond bijvoorbeeld. Driedubbel dus .
Dan was er ook nog de Dutch Design Week, in Eindhoven. Een groots evenement. Eyecatcher voor de bouw was ongetwijfeld de levensgrote mock-up op de markt, van Winy Maas van MVRDV. Toekomstig wonen, en woekeren met de ruimte. Interessante oefening, maar niet geheel nieuw: in de jaren zeventig van de vorige eeuw was Lucien Kroll bezig met participatief ontwerpen:: met de toekomstige bewoners, en In Louvain la Neuve creëerde hij zijn masterpiece: de Studentenhuisvesting aldaar, met eveneens ingenieus geschakelde ruimten over diverse verdiepingen (MeME). (zie https://www.domusweb.it/en/architecture/2010/06/30/lucien-kroll-utopia-interrupted.html ) Maar het blijft interessant en voor Maas is het een opstap naar nog flexibere ruimtegebruik, die in de tijd kan veranderen.
Opvallend was de grote aandacht voor ontwerpen met afgedankte grondstoffen, secundaire materialen, voorheen afval genoemd. Daar worden interessante dingen mee gedaan. Op vallend is wel dat op een enkeling na er toch enorm geloof in techniek, technologie en ICT voor oplossingen. Ik moet het nog zien. Natuurlijk was ook de recycling van Zand van de partij, … Zand dat in grote delen van de wereld al schaars is, ik schreef er eerder over, en onder andere was er een lezing van Denis Delestrac, de documentaire maker van Sand Wars. In een gesprek achteraf beschreef hij hoe hij enkele malen bedreigd is bij het filmen , en er sprake is van een echte zand mafia. Bij dat alles verwacht je oplossingen van ontwerpers, maar bij de acrhiprix genomineerden (tentoonstelling van afstudeerwerk faculteiten bouwkunde) was er toch wel grote teleurstelling, Van de 17 of 18 ontwerpen kon ik er maar een ontdekken die serieus met milieu en energie aan de slag was gegaan (addis ababa, Delft). De meesten ontwerpen vrolijk door alsof we nog van niets weten.
Tot slot: Inbar organiseert de eerste International Global Bamboo and Rattan conference in Beijing komend jaar: http://www.barc2018.org/en/
( er is ook de al wat oudere world bamboo conference binnenkort: http://worldbamboocongress.org/about/en/welcome