de rest impact van materialen recyclen

Recycled materiaal, heeft ooit zijn impact gecreëerd op het milieu, in vele vormen, en als die (negatieve) impact niet is hersteld of gecompenseerd, dragen die materialen nog steeds een impact met zich mee in een tweede leven.

Met andere woorden , ze kunnen niet worden beschouwd als impact vrije bronnen op het moment van recycling, op enig niveau. Nog afgezien van de inputs en impacts voor het recycle proces zelf.

Je mag er ook niet van uit gaan dat het product zijn einde levensduur heeft bereikt, dus 100% winst rekenen voor recycling of hergebruik. Want hoezo einde levensduur? Is er ergens een natuurwet die zegt hoe lang iets mee moet gaan? Dat is slechts een industrie wet, die zorgt dat er weer nieuwe productie nodig is. [1] Met andere woorden,er is geen einde levensduur, althans niet een berekende of voorspelde. Spullen kunnen heel lang mee gaan, als er zuinig mee wordt omgesprongen, gerepareerd en onderhouden. We vinden zelfs nog producten van glas en keramiek uit de Romeinse tijd. Ook gebouwen kunnen honderden jaren meegaan, ook houten gebouwen, mits goed ontworpen en onderhouden. En in Cuba rijden zeer veel auto’s rond van 70 jaar oud.

Er kan echter altijd een moment komen dat iets niet meer bruikbaar is of repareerbaar. En dan is recycling in welke vorm dan ook natuurlijk een goede zaak. Dat was voor we fossiele brandstoffen breed gingen inzetten ook vaak de norm. Met de ‘gratis’ energie van miljoenen jaren opgebouwde voorraden, gingen we echter helemaal los, produceerden alles wat mogelijk was, repareerden niks meer, gooiden het gewoon weg. ‘Er is zat’. Maar die tijd is voorbij, tenminste , dat belijden we.

Dus hoe zit dat nu met impact van recycling? Dat er altijd een rest-impact is moge duidelijk worden uit volgend voorbeeld: Veronderstel iemand bouwt een huis, en verkoopt het na 1 jaar. De nieuwe eigenaar vindt het maar niks sloopt het, en bouwt van dezelfde dus gerecyclede materialen een nieuwe huis naar zijn zin. En claimt dat zijn huis, het tweede huis, impact vrij is, want van gerecyclede materialen?

Dus de vraag is niet of ze impact vrij zijn, maar wat is dan die rest impact bij aanvang van een tweede leven?

In een bouwkundig studenten project vraag ik de studenten te rekenen met 50% van de originele impact bij hergebruik of recycling, tenzij aangetoond is dat de originele impact is hersteld of gecompenseerd. Maar die 50% is slechts een forfaitaire waarde om de studenten bewust te maken, en niet uren te spenderen in research per product.

In een discussie hierover binnen een internationale onderzoeksgroep werd gesteld dat je een projectontwikkelaar die een 50 jaar oud gebouw hergebruikt toch niet kan opschepen met een impact erfenis van 50 jaar of wellicht zelfs 75 jaar geleden? Maar je kan ook andersom stellen dat hij een reductie op de impact van materialen en bouwdelen krijgt omdat ze al 50 jaar of meer oud zijn. Het gaat hier echter niet om het gebouw of de projectontwikkelaar, maar de impact van materialen op de kwaliteit van het systeem, de geo-fysisch-biologische omgeving waar wij van afhankelijk zijn.

Maar goed, hoe zou dat er meer fundamenteel uit kunnen zien? Hoe zou je de rest impact moeten vaststellen of berekenen? Ik schreef er al eerder over,maar nog zonder te rekenen. [2][3]

Het gaat bij materialen in feite over een prestatie per tijdseenheid, niet per levensduur. Dus hoeveelheid materiaal per jaar van functievervulling. Vergelijk dat met energiegebruik in een woning: dat is een bepaalde hoeveelheid om een comfortabele prestatie te leveren per tijdseenheid. Dat geldt in principe ook voor materiaal.

Recycling of hergebruik is in feite niets anders dan verlengd gebruik. Dat het tussendoor van plaats verwisselt is niet echt relevant. Het oorspronkelijk gebruik wordt verlengd door hergebruik, dus in feite wordt de oorspronkelijke impact uitgesmeerd over langere tijd. En, als we er hier even van uitgaan dat de originele impact niet is gecompenseerd, op een of andere manier, dan telt die dus ook mee na hergebruik.

Een voorbeeld ter verduidelijking: Een bouwdeel of materiaal in een gebouw heeft bij eerste gebruik (als m2 vloer bijvoorbeeld) een impact ( energie-inhoud (embodied en/of CO2 emissie)) van X . Dan is na 10 jaar de impact voor het leveren van die functie {(die m2 vloer) dus 0,1*X per jaar van functie levering, na 50 jaar 0,02*X per jaar van functielevering: Dat is dus het verband tussen volume, snelheid en energie van het materiaal in de kringloop en de levensloop van het materiaal.

Wat gebeurt er nu bij recycling en hergebruik, zeg na 50 jaar?

Dan wordt er (stel) een nieuw gebouw gemaakt deels van gerecyclede materialen uit een gebouw dat eerder bijv. 50 jaar dienst heeft gedaan. De nieuwe materialen in dat nieuwe gebouw, hebben gewoon hun volledige originele impact (te noemen Y), zoals ze op dat moment geproduceerd zijn. Die tellen dus voor 100 % mee.

Maar de gerecyclede materialen hebben al dienst gedaan, en hun impact, per jaar van dienstverlening , is dus veel lager als van die nieuwe materialen. Stel het nieuwe gebouw gaat weer 50 jaar mee. Dan wordt dus de rekensom van de impact van dat nieuwe gebouw per jaar van functielevering, met (gedeeltelijk) gerecyclede materialen: Y/50+X/100 (uiteraard per soort materiaal gesommeerd)

Zo rekende ik een aantal jaar geleden. Maar sindsdien heb ik me gerealiseerd dat het onzin is om met een einde levensduur te rekenen (die 50 jaar.) [1] Bovendien, die uitstoot voor het inzetten van (nieuwe) materialen is nu. Dus voor de nieuwe materialen rekenen we de feitelijke impact. Nu.

Met de jaren zal dus de afgeleide impact per m2 geleverde functie verminderen, terugrekenend. Maar je kan niet vooruit rekenen!

We stellen dat de gerecyclede materialen , in welke vorm dan ook, weer minstens 50 jaar moeten meegaan. (Ik kom zo op die 50 jaar terug) Dan is de belasting van de gerecyclede materialen over 100 jaar 0,01 X, en voor de komende 50 jaar dus nog 50 x 0,01, wat uitkomt op 50% van de originele impact. (Zo kwam ik aan die 50% als forfaitaire waarde voor het studentenproject.)

Voor ons voorbeeld wordt dat dus opgeteld bij de nieuwe impact: Y+ {(X/100)x50}

Dat die gerecyclede materialen nog 50 jaar meegaan weten we natuurlijk niet.

Wat mij irriteert, is dat ik dan voor het hergebruik , de X, nog steeds reken met een nieuwe fictieve levensduur… Dat is te ondervangen door feitelijk een maximaal toelaatbare impact per m2 vloer per jaar (!) vast stellen. En dan kan je uitrekenen wat de restwaarde van recycling is, namelijk of de vorige functie daar al aan voldaan heeft, en welk deel dan eventueel nog meegeteld moet worden. Stel dat die maximale impact op 0,01 x X is vastgesteld voor de functie per jaar, , en na 50 jaar eerste gebruik komt die dus uit op 0,02 X, dan weet je dat je nog de helft van de oorspronkelijke impact moet meetellen, ongeacht hoe lang het meegaat in een tweede leven.

Hier moeten we overigens nog eens goed over nadenken. Nog beter zou zijn dat van ieder materiaal gebruik geëist wordt dat de impact binnen bepaalde tijdsperiode hersteld moet zijn, of gecompenseerd. Dan is het ook opgelost: dan is of er nog een restantcompensatie te rekenen, of de start-impact van hergebruik is 0 indien al gecompenseerd, afgezien natuurlijk van nieuwe procesenergie voor recycling zelf.

Het enige dat echt zou werken is impact investering ophangen cq afleiden van de systeem potentie: Wat is de jaarlijkse volhoudbare opbrengst aan energie en materiaal binnen het aards bio-fysisch systeem, en hoeveel is voor deze functie (nog) beschikbaar. Daar wordt aan gewerkt en kom ik tzt op terug

Maar hoe dit precies in rekening te brengen is voorlopig nog voer voor discussie. Er resteren ook nog wel wat andere vragen: zoals: is bekend wat originele impact was? Is bekend hoe oud het materiaal is? Welke rekeneenheid? En weten we de productie impact van zeg 50 jaar geleden? Zie daarvoor enkele noten hieronder.

Maar het voornaamste punt is: recycling is niet vrij van originele impact! Dus niet alleen rekenen met de nieuwe proces energie!

 

 

Noten

1) beschikbaarheid

Overigens wel beseffen dat gebouwen in feite steeds langer moeten ( en kunnen) meegaan, (materialen worden in de toekomst schaarser) Er zal dus weinig materiaal voor recycling vrij komen. En zelfs met aanzienlijke sloop is verwacht dat recycling nooit meer dan 20 pct kan zijn.

2) Historie (1) tijd

Hoe weet je nu hoe lang een materiaal in zijn eerste levensfase een functie heeft vervuld? Bij een geheel gebouw dat afgebroken wordt is meestal wel te achterhalen wanneer dat is gebouwd . Maar soms zal dat niet het geval zijn. Dan een wettelijk forfaitaire waarde vast stellen ( 30 jaar, afgeleid van real estate rendements berekeningen…;-)

3) Historie (2) impact

Met hoeveel impact is het destijds geproduceerd? Dat is lastiger te achterhalen: van welke fabriek kwam het, welke energiemix gebruikte die? Hoe is het getransporteerd, waar kwam de grondstof vandaan, uit Nederland of bij wijze van spreke Zuid Amerika?

Hier zou ik dit pragmatisch te houden, en tav productie te veronderstellen dat het met de algemene energie mix van Nederland in het jaar van productie is gemaakt. De hoeveelheid is uiteraard wel duidelijk. Wat betreft transport, ga uit van productie binnen Nederland

Dan is nog onduidelijk wat de feitelijk impact was bij productie , dat zal lastig te achterhalen zijn: hoeveel machines, hoeveel handarbeid etc. Ook hiervoor weer een pragmatisch voorstel: Als het niet te achterhalen is, of gehele opnieuw berekend zou moeten worden: Neem de cijfers van de impact die het product anno vandaag heeft, en breng een correctiefactor in rekening voor de (in-)efficiëntie van de energiemix van destijds., het jaar van productie .

4) historie (3) compensatie

Ik ben er van uit gegaan dat er in het verleden er wel impact was, maar dat die niet gecompenseerd is. Dat hoeft natuurlijk niet altijd: Als bijvoorbeeld 50 jaar geleden een oven met hout is gestookt, en het hout is weer aangeplant en staat er nu nog, dan is de energie impact gecompenseerd, en is er dus geen rest impact. Dus geldt het materiaal als 0-impact bij recycling wat betreft de energieimpact (de X=0) ( exclusief de nieuw te investeren energie voor recycling, de Z) .

Hier zijn natuurlijk enorm veel varianten mogelijk. Ik stel voor standaard uit te gaan van niet-gecompenseerd, tenzij er aanwijzingen zijn dat het anders is.

5) niet gerecyclede deel

het deel dat niet gerecycled wordt, heeft ook nog restimpact ! Weliswaar niet voor het gebouw in bovenstaand voorbeeld maar wel voor de voormalige eigenaar van de materialen. Ook dat moet opgelost: Zomaar dumpen, voor dat een bepaalde waarde is bereikt, aan functie/jaar, of is gecompenseerd, zou ook een claim moeten opleveren richting eigenaar, in geval een gebouweigenaar dus een boete voor voortijdig (fysisch) afschrijven.

 

 

referenties

[1] einde levensduur: http://ronaldrovers.nl/einde-levensduur-gebouw-een-misleidend-concept/

[2] Paper World Resources Forum 2013 Davos Switzerland : via https://www.researchgate.net/publication/271269713_Valuing_the_impact_of_Re-use_and_Recycling_its_new_unless

[3] http://ronaldrovers.nl/recycling-where-have-the-impacts-gone/

ronald rovers