‘de leeftemperatuur dient te dalen’ ….! Lubbers, 1974

Een stukje geschiedenis deze keer, met name over de energienota van 1974. Waarover zo meer. Want al voor die nota, hebben we in de geschiedenis twee keer een verkeerde afslag genomen. In de 19e eeuw met kolen en olie: dat is nog begrijpelijk, er was veel minder bekend, en iets meer welvaart kon in die tijd nauwelijks een luxe genoemd worden.

En dan begin jaren zestig, met gas en kernenergie . Maar toen wisten we het eigenlijk al, van de effecten van fossiel en de nadelen van kernenergie, en al snel volgde de ene na de andere publicatie alsmede onrust in de samenleving . Studenten protesten, olieboycots (1973), club van rome 1972, silent spring (1962), WNF wordt opgericht, gaten in de ozon laag begin jaren zeventig, en zo verder.

Eigenlijk zouden we nu terug naar begin jaren zestig moeten, om vandaar een andere afslag te nemen. Om de ergste rampen af te wenden, en vandaar weer voorzichtig te gaan bouwen, maar dan met wat we nu weten. : vegetarisch, in alles.[1]

Ik zat daarover in de vakantie te denken, en mij viel in dat we eigenlijk al snel doorhadden dat we de verkeerde afslag hadden genomen, en moesten afbuigen naar dat andere pad: namelijk dus in 1974. Toen bracht de afgelopen jaar overleden minister Lubbers zijn energienota uit. Nota bene CDA… (toen nog KVP). Wikipedia meldt daarover:

Een belangrijk wapenfeit tijdens zijn termijn als minister van Economische Zaken was zijn Energienota uit 1974. Energie werd daarin niet langer los gezien van milieu en ruimtelijke ordening. Lubbers gaf in die nota het energieonderzoekscentrum in Petten de opdracht mee om haar onderzoek niet alleen maar te richten op nucleaire energie. Ook de mogelijkheden van besparingen en alternatieve energie moesten onderzocht worden. Bovendien moest het tempo waarin de aardgasvoorraden werden aangewend volgens Lubbers omlaag. Twee jaar later pleitte hij in zijn ‘Nota inzake selectieve groei’ om energiezuinige en milieubewuste maatregelen een prominente plek te geven in het Nederlandse investeringsbeleid.

Niet mis: besparingen, selectieve groei, je hoort het zelfs nu zelden . Maar hoe zat het ook al weer, wat stond er in die nota?

In de samenvatting van de energienota lees ik:

Sinds het begin van de jaren zestig is het energieverbruik zowel per eenheid bruto nationaal produkt als per arbeidsplaats belangrijk toegenomen. Daarnaast is het energieverbruik in de huishoudingen snel gestegen; het groeitempo steeg van ca. 3,5% per jaar in de periode 1950-1960 tot ca. 9% per jaar tussen 1960 en 1970. Een verklaring daarvoor ligt onder meer in de sterke toeneming van centrale verwarming en in een stijging van de gemiddelde leeftemperatuur. Mede als gevolg van de lage energieprijzen is in ons land weinig aan isolatie van woningen en dergelijke gedaan. In de sector gezinnen is ook het elektriciteitsverbruik sterk gestegen met – in de jaren zestig ca. 10% per jaar.

En iets verder:

Tegen de achtergrond van het zo zuinig mogelijk omspringen met energie ligt de gedachte voor de hand door middel van een selectieve groei te trachten energiezuinige bedrijfstakken een relatief belangrijker plaats te geven.

Daar kunnen we vandaag nog een puntje aan zuigen. Hij komt dan ook tot de nodige beleidsvoornemens:

Tot ca. 1985 ziet de ondergetekende bij het binnenlands beleid voorop staan:

– een zo zuinig mogelijk energieverbruik;

– een langzamer uitputtingstempo van de aardgasreserves;

– de vorming van een strategische aardgasreserve;

– een zo doelmatig mogelijk gebruik van aardolie en aardolieprodukten,

waarbij deze producten zoveel mogelijk alleen gebruikt moeten worden in

die gevallen waarin zij onmisbaar zijn.

Gevolgd door een lijstje met maatregelen, waaronder , inderdaad kernenergie:

het in of omstreeks 1985 in gebruik zijn van drie kernsplijtingscentrales van elk 1000 MW;

Maar de meest opvallende:

bereiken dat de gemiddelde leeftemperatuur (de temperatuur die door het stoken bereikt wordt) daalt.

Lees dat gerust nog eens na: de leeftemperatuur moet dalen! Het tegendeel is gebeurd: steeds meer ruimten werden permanent op een warm niveau gebracht, van enige beperking is geen sprake. En nu willen we die woningen destijds gebouwd allemaal zo inpakken dat we ze in zijn geheel zeer warm kunnen stoken. En de beste maatregel, selectief ruimte verwarmen, en op een minimale temperatuur, wordt niet eens besproken. Meer dan 40 jaar na de eerste energienota, hebben we het nog steeds niet door….

Het was ook de tijd dat de voorloper van Novem/agentschap/RVO werd opgericht: de Nederlandse Energie Ontwikkelings Maatschappij , NEOM. En die moest zich oa gaan bezig houden met:

Nieuwe energiebronnen en technologieën .: Naarmate fossiele brandstoffen er minder in zullen slagen aan de stijgende vraag naar energie te kunnen voldoen, zullen alternatieve energiebronnen beschikbaar moeten zijn. Over de technologische mogelijkheden tot het dienstbaar maken van ener-gie uit zon en wind behoeft daarentegen geen twijfel te bestaan.

En in het betreffende hoofdstuk lezen we ook:

Bij het ontwikkelen van alternatieve energiebronnen zal daarom ook aandacht moeten worden besteed aan het ontwikkelen van nieuwe of het verbeteren van bestaande “energietransport en opslagsystemen”. Pas dan kunnen andere dan conventionele energiebronnen een werkelijke bijdrage gaan leveren.

Als we daar toen al eens mee begonnen waren… Er zijn wel initiatieven geweest, maar het ging ons te goed. Het was, eerlijk is eerlijk, vooral politieke en economische beschikbaarheid die hier aan ten grondslag lag. Aan klimaat opwarming wordt slechts een enkele regel gewijd: die wordt niet uitgesloten…. :

daarbij ook gedacht worden aan mondiale effecten zoals mogelijke klimaatwijzigingen. Deze kunnen het gevolg zijn van de thermische verontreiniging van het water en van de atmosfeer alsmede van de toenemende gehaltes van kooldioxyde en stof in de atmosfeer. Een effectieve aanpak van deze interregionale en mondiale milieuproblemen vereist uiteraard een goede internationale samenwerking maar sluit de nationale verantwoordelijkheid van met name de hoog geïndustrialiseerde landen voor deze problematiek niet uit.

Het ligt dus al meer dan 40 jaar vast dat Nederland zijn verantwoordelijkheid moet nemen, en toch zien we vandaag nog steeds het argument opduiken dat Nederland maar geringe invloed heeft op die klimaatverandering en dus niet moet investeren. En vecht de staat zelfs in een rechtszaak tegen de eis voor CO2 reductie. Nu is ze zelfs in cassatie gegaan tegen het Hoger beroep. Men is hardnekkig en hardleers. Was Lubbers nog maar eens jong….

Overigens: van de twee concrete alternatieven, Kernenergie en alternatieve bronnen, sneuvelde de eerste al snel in de jaren daarop volgend, massale protesten deed de regering afzien van kernenergie.(er waren er wel al twee actief van voor die periode). We zijn er echter ook niet in geslaagd dat ander alternatief in die periode te laten doorbreken: wind en zon. Zelfs niet nadat in de jaren tachtig concrete doelen werden gesteld in de milieubeleidsplannen.

Het meest vooruitstrevende  voorbeeld in de bouw  kwam zelfs niet via de overheidsprogramma’s tot stand maar als initiatief van een particulier: In Woubrugge realiseert de fam Kroon in 1993 het eerste nul energie huis in Europa! [2]. Het zal daarna nog 20 jaar duren eer wind en zon, en nul energiewoningen serieus opgepakt worden.

Tenminste , zo lijkt het . Of zal , over weer 40 jaar , zo rond 2060, een columnist ook terugkijken naar de klimaattafel akkoorden, en concluderen dat we het toen al wisten maar te weinig gedaan hebben?

 

 

[1] Gebroken Kringlopen, Ronald Rovers, uitgeverij Eburon ,2018 isbn-9789463012034 (in Dutch)

[2] https://www.energienulhuis-kroon.nl/ (was dus onlangs 25 jaar !) En dus pas 40 jaar na de eerste energienota komt dat enigszins breder van de grond.

ronald rovers