100 jaar na kolenplundering en aardappelopstanden.

Nederland moet nationalistischer worden. Niet in de klassieke zin, maar eenvoudig omdat er heel veel buitenland is, met steeds meer mensen die hun eigen bronnen nodig hebben. De spoeling wordt dunner, en landen kunnen niet meer ongelimiteerd profiteren en importeren van bronnen elders. Dat is geen bedreiging, maar eenvoudig een gevolg van de wereldontwikkeling. Kan Nederland in zijn eigen behoeften voorzien? Van eten, materialen en energie? De ecologische Footprint laat zien dat Nederland in feite beslag legt op 6 keer zijn eigen land oppervlak. [1] En als het buitenland dat zelf nodig heeft lukt dat niet meer.

Wat zou dat betekenen? Daarvoor kunnen we leren van ons land 100 jaar geleden, tijdens de eerste Wereldoorlog. Toen was Nederland onafhankelijk maar werden geleidelijk alle im- en export mogelijkheden afgesloten. En het is nu 100 jaar geleden dat het zo begon te knijpen en dat er opstanden kwamen.

Maar om bij het begin beginnen: Al in het eerste jaar van de oorlog -om ons heen – gingen vele zaken in Nederland op de bon. Maar er is dan nog een ontsnappingsroute: via de zeeroute kon nog import en export bedreven worden met Engeland en de VS. Maar als de oorlog zich ontwikkelt en de Duitsers ook een onderzeeboot oorlog starten wordt ook die route afgesloten. Nederland werd de de facto een eiland, tussen landen die elkaar in een verschrikkelijke oorlog bestreden.

Tekorten van allerlei soort ontstonden, en ontregelden de dagelijkse gang van zaken . In 1916 werd brandstof een probleem, en hoewel de feitelijke datum niet is te achterhalen is beschreven dat in de winter van 1916-1917 de kolenschepen plunderingen plaats vonden. De mensen waren ten einde raad op zoek naar mogelijkheden om hun huis te verwarmen, stalen kolen en eisten maatregelen van de overheid. Er kwam een rantsoenering systeem , waarbij iedereen recht had op 10 hl (hectoliter) antraciet of vergelijkbare brandstof zoals bruinkool of turf. Dat was ook de winter waarin de zomer wintertijd werd ingevoerd, om de behoefte aan verlichting te verminderen.

In de loop van 1917 verslechterde de situatie verder. Met als dieptepunt de Amsterdamse aardappel-oproeren. In de eerste week van juli 1917 begonnen de onlusten , eerst gericht tegen handelaren die van de schaarste wilden profiteren en aardappelen achter hielden om de prijs nog verder op te drijven . Het leger werd ingezet, en er vond een ware veldslag plaats op 5 juli. Er vielen doden en gewonden.

Illustration : potato uprisings Amsterdam 1917

ww1-aardappeloproer

Het leven op het ‘Eiland Nederland’ werd lastiger en lastiger. En dan te bedenken dat Nederland toen slechts 6 miljoen inwoners had. Feitelijk iets meer, want Nederland kende toen zijn eigen vluchtelingen kampen, met aanvankelijk 1 miljoen, maar later afgenomen tot ongeveer 100.000 Belgische vluchtelingen die de oorlog in Nederland uitzaten ( “ opvang in regio”… )

Het rantsoenering schema voorzag toen in ca 4 kg aardappelen per persoon per week. Vlees werd natuurlijk ook een probleem, en de overheid besloot de rantsoenering van varkensvlees stop te zetten, en nog slechts rundvlees toe te staan, omdat: “ landbouwgrond voor varkensvoedsel beschikbaar moest komen voor voedsel voor mensen” En door rundvlees op grote schaal te gaan eten, werd de rundveestapel verminderd waardoor er nog meer land vrij zou komen. Met als uiteindelijk resultaat dat Nederlanders gedwongen vegetariërs werden…. Door gebrek aan land.

Maar het was nog niet voorbij. De productiviteit in de landbouw nam verder af, omdat er geen grondstoffen meer waren voor kunstmest. Een nieuw ministerie werd opgericht, om kunstmest te beheren. Het behoeft geen betoog dat in die tijd de bouwproductie compleet was stil gevallen, er was geen energie noch grondstoffen om productie te kunnen maken. In het laatste jaar, 1918, was de nood zo hoog dat de regering de Scheurwet introduceerde: een wet die het mogelijk maakte land te onteigenen , zelfs tuinen, om aan het landbouwareaal toe te voegen. Een stad als Utrecht bijvoorbeeld stak veel energie in het ontwikkelen van stadslandbouw ( Urban Farming!) om de voedseltekorten te lijf te gaan. ( vergelijkbaar met Detroit en Havanna in meer recente periodes) .

In de loop van 1918 eindigde de eerste wereldoorlog, maar nog vele jaren lang kende Nederland een ministerieel agentschap voor kunstmest, en andere regelingen die tijdens de oorlog waren ingevoerd. Evenals de opgevoerde kolenmijn productie uit die tijd. Zon 5 jaar na de eerste wereldoorlog, staat in de krant het volgende commentaar:

Blijvende aanwinst uit de distributie zelf is ook de zooveel grootere onafhankelijkheid, waarin wij verkeeren ten aanzien van kolenvoorziening uit het buitenland, wat van moeilijk te overschatten beteekenis is.”We waren blij met onze eigen kolenwinning , en onafhankelijk!

Het is nu, 100 jaar later, een ironisch bericht, wetende dat we nu alles in het werk stellen om van gas en kolen (-centrales) af te komen. We willen weer onafhankelijk worden. We worden er zelfs door de omstandigheden wederom toe gedwongen: Klimaatverandering , schaarste aan grondstoffen, nu op globale schaal, en zeker politieke schaarste: Nederland heeft zelfs geen eigen metaal ertsen. We zijn weer gedwongen meer van eigen land te consumeren: (hernieuwbare) energie, (biobased) materiaal, (vegetarisch) voedsel. Wat betreft voedsel valt uit te rekenen dat we in Nederland, nu met 17 miljoen mensen, nog vegetarisch kunnen overleven, van eigen grond, als we het goed regelen. Maar materialen? In ieder geval geen metalen. Wat dat betreft zullen we ook vegetariër moeten worden, levend van wat de grond opbrengt aan biomassa.

We zijn terug bij af, en zullen gedwongen nationalistischer moeten worden. Eigen grondstoffen eerst, zeg maar. Het is eenvoudig in te zien dat die druk alleen maar groter wordt: de wereldbevolking gaat nog toenemen van 7,2 miljard nu naar 10 miljard in 2050. En het zal nog de nodige moeite kosten omdat zonder energie-opstanden en voedsel-oproeren voor elkaar te krijgen. Maar het politieke voorbeeld om van te leren hebben we al: Nederland als Eiland in de 1e wereldoorlog.

.

enkele bronnen:

[1] eco footprint is 6,34 ha/cap , available biocapacity globally is 1,8, but within the Netherlands just 1.03 ha/cap:

http://www.wwf.de/fileadmin/fm-wwf/Publikationen-PDF/WWF_LPR_2012.pdf

[2] Of Geweld Zal Worden Gebruikt !: Militaire Bijstand Bij De Handhaving En Het Herstel Van De Openbare Orde 1840-1920, Auteur: R. van der Wal

[3] http://www.wereldoorlog1418.nl/distributie-rantsoenering/index.html#09

http://www.eerstewereldoorlog.nu/en/first-world-war-Netherlands/

ronald rovers