Ik ben niet zo van het spirituele, althans, als beta weet ik niet zo goed wat ik daarmee moet. Ik ben meer van de fysica, wat kunnen we hard maken (of in ieder geval: dat kunnen wij niet veranderen…). En dan wel fundamenteel beschouwd, en niet binnen beperkte systeem grenzen, waar veel effecten over de schutting zijn gekieperd. Dan kom ik tot de conclusie dat wij moeten leven van land en zon, als datgene wat wat ons op jaarbasis voedsel, energie en materialen oplevert. En alleen als wij daar ook nog eens zuinig mee omgaan, hersteltijden in acht nemen en zo. Een heldere zo u wilt zakelijke benadering en beschouwing ( zakelijk niet in de zin van geld….) .
Totdat ik onlangs het boek las: Een vlecht van heilig gras.[1]
De schrijfster is een ‘dochter’ van een groep oorspronkelijke bewoners van Noord Amerika, de Potawatomi, en tevens ecologisch wetenschapper. Ze beschrijft uitgebreid hoe haar volk de omgeving beschouwt, hoe ze daar mee samen leven, en bijvoorbeeld planten en dieren als ‘iemand’ beschouwen, niet als ‘iets’.
Ik heb een paar keer gedacht het boek weg te leggen. Je denkt, bomenknuffelaars en zo, het zal wel. Want ik wil daar best iets van weten, maar niet oeverloos daarover doorgezaagd worden. Dat trek ik niet….
Maar op zeker moment raakte ik toch geboeid. Niet alleen doordat ze die passages afwisselt met wetenschappelijke beschouwingen, in haar poging die twee werelden te verenigen, de spirituele en de fysisch ecologische benadering, maar ook doordat ik eigenlijk ontdekte dat wat ik, fysisch redenerend, ontdek, eigenlijk geheel en al bevestigd wordt door wat deze volken al duizenden jaren weten. Het is een geheel andere manier om hetzelfde te zeggen. Zeg maar de duizenden jaren praktijkervaring uitgedrukt in inspirerende verhalen. Natuurlijk kende ik wel al de algemene strekking van die verhalen, zoals de indianen die hun grond kwijtraakten omdat ze geen bezit kenden of registreerden, en de kolonisten dus redeneerden dat het voor het grijpen lag, met de zegen van de ‘kerk’.
Maar Robin Kimmerer weet dat zeer beeldend te beschrijven., en te verdiepen tot lagen die ik nog niet kende. Zoals haar worsteling met de moderne supermarkt of ‘Mall’, waar alles voor het grijpen ligt, zonder binding met wat dat heeft voortgebracht, tegenover haar kampement in de natuur waar ze de natuur als supermarkt beschrijft, waar alles te krijgen is, maar waar je ook moet zorgen dat het verkrijgbaar blijft. Het is een ‘cadeau’ , de Aarde schenkt die zaken, en daar moet je ook wat voor teruggeven.
Het is dus eigenlijk gewoon ‘geven en krijgen’: in balans, niet meer van het een dan van het ander. En dat is precies wat ik ook fysisch zie: je moet de voorraad herstellen, of laten herstellen, als
de natuur geeft, en wij nemen. Maar niet meer dan wat er jaarlijks volhoudbaar te oogsten is.
Laat ik het simpel houden: de opvattingen , de verhalen en het handelen van die oude volken, was eigenlijk wat wij nu opnieuw ontdekken, maar dan via een enorme omweg om ‘hard’ te maken met wetenschap, wat gezond verstand altijd al wist.
Ik moet ook denken aan de slogan van een flessenwaterfabrikant jaren geleden, die dat perfect uitdrukte: “Als wij niet goed zijn voor het water, is het water niet goed voor ons.” Dat wij hier in ons deel van de wereld helemaal geen water in flessen nodig hebben even terzijde, het uitgangspunt was juist. En even gecheckt op hun website: ze beschermen hun wingebied, en zorgen dat er netto niet meer onttrokken wordt als er jaarlijks bijkomt. Dat dan wel. Probleem is dat er geld mee gemoeid is, dat geen fysische waarde heeft, er winst mee gemaakt wordt en dat dat geld…. maar ik dwaal af.
De Potawatomi, en collega volken, kenden dan ook geen financiële economie, maar een geschenk economie. Volgens veel van hun oude lessen horen we iets dat we gekregen hebben ook weer terug te geven, ook in het persoonlijke. Rijkdom betekende juist dat je voldoende had om weg te geven,en iemands sociale status bepaalt door zijn vrijgevigheid.
Kolonisten die (in het begin nog) geschenken kregen van de inheemse volken dachten: “ die zijn waardevol, die mogen we dus niet weggeven”. Maar volgens de gevers ligt de waarde van geschenken juist in hun wederkerigheid, letterlijk: Ze waren juist verontwaardigd als ze niet via een omweg bij hun terugkwamen.
Overigens, heeft tot een paar honderd jaar geleden de ‘economie’ in Europa ook zo gewerkt: er bestond nog geen ‘waarde papier’ dat nergens op was gebaseerd ( of zogenaamd op gratis goud, ‘buit gemaakt’ uit gekoloniseerde gebieden*). Tot dan werd er een prestatie geleverd, en er ontstond een schuld, die weer werd afgelost door een tegenprestatie. De schuld en vordering relatie bestond daarna niet meer. Wederkerigheid op en top. Niks winst en zo. Een zekere Innes heeft dat perfect geanalyseerd, en ik ga daar uitgebreid op in in mijn nieuwe boek, Post fossiel leven. (Vanaf eind januari verkrijgbaar, een voorproefje alhier [2])
Vanuit een bezitseconomie (onze huidige economie) is een geschenk iets wat gratis is, want we krijgen het zonder er voor te betalen. Maar, zo beschrijft Kimmerer, in een geschenk-economie zijn geschenken niet gratis!. Ze creëren wederkerigheid, en de essentie is dat een geschenk relaties doet ontstaan. En de natuur is in die zin dus ook een geschenk en vereist wederkerigheid…! Voor wat hoort wat, en het is nemen en geven.
Iets wat wij overigens destijds in ons studentenhuis ook al praktiseerden, met een fles jenever. Die weer bij verjaardagen gegeven en naderhand weer doorgegeven werd, die ging zo jaren rond, tot je hem ‘terug had’. Dat ie allang leeg was gedronken en weer gevuld door water was een publiek geheim, en niet relevant…
Onderdeel van die geschenk economie, zo beschrijft zij, zijn ook weggeef ceremoniën: de gemeenschap werd bij iemand thuis uitgenodigd om overbodige zaken te komen overnemen, En hier verbindt ze de huidige wereld weer met die van de Potawatomi: “Stel eens voor”, zo schrijft ze, “ dat onze buren een weggeef-ceremonie hielden, en er ondertussen iemand inbrak en stiekem meenam wat hij maar wilde. We zouden hoogst verontwaardigd zijn over die morele overtreding.
Die zelfde verontwaardiging zouden we moeten voelen als het om de Aarde gaat De Aarde geeft gratis wind zonne en waterkracht weg, maar toch breken we de aarde open om er grondstoffen uit te halen.Als we alleen hadden genomen wat aan ons gegeven wordt, als we iets hadden terug gedaan voor in ruil voor het geschenk, hadden we niet bang hoeven zijn voor onze eigen atmosfeer…”
Het is dus niet alleen de fysica, die laat zien dat het om balans gaat, om geven en nemen. Er zijn zogezegd meerdere wegen die naar Rome leiden… Al zijn we al jaren die weg kwijt. En om in kerstsfeer te blijven, al minstens 54 jaar, zo zong Neerlands Hoop tijdens Kerst 1969 [3]:
Zeven ballen en een piek
Jongens wat een symboliek
Zeven ballen aan een boom
O wat zijn we heden vroom
Laat de kerkklokken maar luiden
Raak je angst kwijt voor de nacht
Kijk de wijzen uit het Zuiden
Vragen aan de wegenwacht
Waar het Oosten is gebleven
Want ze zijn de weg weer kwijt
Ze zoeken al een mensenleven
Naar de weg die toch naar Rome leidt
prettige feestdagen!
* wat trouwens als die landen niet alleen roof kunst gaan terug vorderen, maar ook roofgoud…?
[1] Een vlecht van Heilig Gras, Robin Kimmerer, 2022 isbn 9789401305365
[1] http://ronaldrovers.nl/het-is-allemaal-de-schuld-van-schuld/
[2] youtube: https://www.youtube.com/watch?v=EUoWHA66x0A