Steeds weer kom je het tegen, de vergelijking tussen mens en natuur. En dan is het verhaal meestal dat wij als mens de zaken te simpel of reductionistisch oplossen: we breken alles op in kleine stukjes die we optimaliseren, maar dat de natuur dat in ecosystemen interactief integraal organiseert.
Vooral bij “duurzame stedenbouw” komt dat voor, en dus moeten we naar ecosteden, : steden als ecosysteem beschouwen en zo behandelen : Met andere woorden dat wij de dus ook een complexe integrale benadering voor steden hanteren .
Maar is dat ook zo? Is natuur bijvoorbeeld wel zo complex als wij denken? Hoe werkt een ecosysteem eigenlijk, is dat een complexe interactie tussen soorten, waardoor een hoge resilience veerkracht ontstaat en de soorten afhankelijk zijn van elkaars inputs en outputs? Ja en Nee. Ja, in die zin dat er uiteindelijk , wanneer een momentopname wordt gemaakt inderdaad een complex geheel is gegroeid. Maar is het ook complex gepland? Is het complex opgezet? Dat dus niet: wat de natuur in feite doet is niches opvullen: er is ruimte , fysiek of in bronnen of in licht , en die ruimte wordt dus niet gereserveerd voor een bepaalde soort met de juiste in en outputs. Die ruimte is er en blijft leeg totdat er een soort voorbij komt die zich daar wel kan handhaven. Toevallig. En doordat die soort overleeft en groeit, zullen anderen zich ook weer aanpassen, minder hard groeien, of meeprofiteren. In feite is het juist heel simpel en random, en absoluut niet complex. “ The Darwinian mechanism includes no concept of general progress or for optimization. Aldus vat evolutionair bioloog Stephen Jay Gould het samen .[1]
Uiteraard, wanneer er miljoenen jaren voorbijgaan, is er een op het oog complexe organisatie ontstaan na alle aanpassingen, na rampen tussendoor. Maar daar is niets gepland aan, of doelgerichte gestuurde realisatie.
Fred Pearce schreef er een heel boek over: The New Wild, het verschil in aanpak tussen de climax- ecosystems adepten en de nature is “ individualistic” aanhangers. Waarbij het pleit in het voordeel van die laatsten beslecht is. Hij concludeert dan ook: “there is no optimal or superior system, since disruption is essential for evolution”. [2]
En hoe zit dat dan in de stad? In wezen hetzelfde: mensen komen en gaan, en zoeken hun plekje, daar is niets complex aan: een projectontwikkelaar probeert iedere vlek te ontwikkelen, tot ie ergens beet heeft en zijn gang mag gaan. Winkels zoeken hun eigen weg. Het probleem is, dat mensen, stedenbouwers planners, politici, het geheel complex maken.
Het lijkt immers effectiever om infrastructuur enigszins te plannen, dan het random aan te passen en het te laten slingeren. Of rechts rijden af te spreken, en te beboeten als men zich daar niet aan houdt, in plaats van alle verkeer zijn eigen weg te laten zoeken. In de natuur is de infrastructuur niet gepland, en de routes en organisatie ontstaat random.
In de stad komen die twee bewegingen samen: de stads-‘soorten’ ( winkels, woningen, parkeren, hotels, etc) die simpel en random hun optimale plek zoeken, en de bestuurders en ontwikkelaars , die met hun invloed willen sturen en ontwikkelingen maximaliseren. Dat is wat het complex maakt… Inmiddels kom je daar in de mega steden natuurlijk niet meer uit, met random ontwikkeling. Daar hangt alles met alles samen.
Al zie je nog wel wat van die bewegingen: de winkelboulevards buiten de stad zijn niet geheel gepland, dat zijn formules die hun eigen weg zoeken en plek gevonden hebben, en profiteren van reeds aanwezige structuren zoals autowegen. Dat is zo niet gepland, daar heeft een ‘soort’ een niche gevonden met goede aan en afvoer. En dat wordt nu met planning ook weer aangepakt, want dat is maar niks, al die dozen in het landschap: De mens maakt het complex….niet de natuur.
Interessant is overigens het project in verschillende gemeenten in het kader van het voormalige Europese project Shared Space. Bijvoorbeeld in de Nederlandse gemeente Drachten werden alle verkeersborden en verkeerslichten weggehaald. Her verkeer zoekt zijn eigen weg en wat bleek, het aantal ongelukken daalde spectaculair.[3]
Maar klimaatveranderingen bronnen schaarste vereist toch dat we duurzame steden willen? En dan moeten we dus die ‘complexe’ problemen aanpakken? Een aantal jaar geleden heb ik een eerste poging gedaan dit te analyseren. Ik noemde de stad een Orbanisme (Urban organism) en stelde dat het spilzieke orbanisme (qua bronnen en energie) zich moest leren gedragen als een normale efficiënt soort organsime. [4]
De daar geformuleerde benadering is later toegepast in de analyse van een stedelijk gebied : hoe kunnen we dat stadsdeel zelfvoorzienend krijgen, dus alles binnen zijn eigen grenzen laten produceren. De gekozen aanpak? Reductionistisch: alles ontleden naar bron en naar technologie, of beter naar “conversiemethode” . [5] Er kwam een masterplan energie (waarvan een deel over productie en een deel over reductie), een gelijk masterplan water, en eenzelfde voor materialen en voedsel. Optimale deelplannen: die werden op elkaar gelegd, en dan zijn er aantal conflicten: energieplan wil meer isoleren maar materiaalplan heeft daarvoor geen materialen. Bijvoorbeeld. Tsja, dus zo simpel is het nog niet? Wel, de optie: dan maar niet isoleren , en dus meer verwarmen , bleek veel effectiever. Zo werd op een reductionistische wijze ieder issue aangepakt. Zo kwamen we ook op lokale wasserijen, die veel minder impact ( materiaal, ruimte, energie) vereisen dan iedereen een eigen wasmachine. Simpel rechtlijnige redenering. Maar het bleek dat dit ook oplossingen kunnen zijn voor meer complex geachte problemen: Die wasserij zorgde voor lokale werkgelegenheid ( wasmachines komen van “elders”) en zorgde voor sociale contacten, de zo gewenste betrokkenheid van bevolking neemt toe, ipv verdergaande individualisering, en daarmee gepaard gaande complexiteit
Een oplossing was ook om badhuizen opnieuw te introduceren: vanuit materiaal, water en energie oogpunt de optimale oplossing, die natuurlijk ook de gemeenschap dichter bij elkaar brengt… Maar die haalde het uiteindelijke plan niet, dat was te eenvoudig, voor de mens met zijn vele complexen…
De momenteel populaire Smart city aanpak gaat geheel voorbij aan die eenvoud, en bestaat bij de gratie van complexiteit: het lost dan ook verkeerde zaken op: het probeert complexiteit, te sturen. Dat is extrapolatie van bestaande oplossingen , van gegroeide complexiteit, terwijl oplossingen geheel ergens anders liggen, denk bijv aan het aansturen van wasmachines met digitale apps, tov wasserijen .Extrapolatie van bestaande structuren, en daarmee complexiteit vergroten, ipv ontrafelen van de gegroeide situatie.
Afijn, dit is geen diepgaande studie, maar een eenvoudige rechtlijnige analyse. En die constateert: De natuur is niet complex, de mens maakt het complex. En we moeten niet proberen die geconstrueerde complexiteit te managen, maar terug naar de basis, en reductionistisch en natuurlijk de zaken beschouwen.
1 Stephen Jay Gould: http://arnoldia.arboretum.harvard.edu/pdf/articles/483.pdf
2 Fred Pearce: The New Wild, see also: http://thebreakthrough.org/index.php/programs/conservation-and-development/deliberate-nature
3 Shared Space:https://en.wikipedia.org/wiki/Shared_space and https://worksthatwork.com/1/shared-space
4 Post Carbon – or Post crash – managing the Orbanism ,Ronald Rovers , World Transport Policy & Practice Volume 14. Number 4. April 2009 : http://www.eco-logica.co.uk/pdf/wtpp14.4.pdf
5 Urban Harvest: case Kerkrade West: link: http://www.maxergy.org/urban-scale/